2009

*‘Roes van een reus’ werd geschreven voor De Zingende Zaag 20jr (1989-2009)
ROES VAN EEN REUS
*Wandeling te Scheveningen op 1 aug 2009 (begrafenis Michaël Zeeman)
1
De wandelaar spreekt:
Het komt me hier vandaag niet meer bekend voor,
maar Inge Lievaart woont nog in de Doornstraat,
maar iemand schilderde een boot op een huis,
de angst van een oude jeugd sluipt in het licht.

Ik kan rijm niet dwingen, de regels gaan dicht.
Ik dwaal door mijn hoofd alsof het taal is, kuis
bestorven als rozen in domineespraat.
Bitterkoeksbozeke, er ontbreekt gehoor.

De doffe klap van aarde op de kist. Strak
schema. Ik droeg roze. Men droeg zwart. Zie je,
de reus was begraven. Maar-niet-heus, leugen

toch — in een spiegelvlak van diepzwarte lak
opgebaard, met negen zilveren spieën
door zijn handen en voeten en zintuigen.

2
De dode spreekt:
Diep in aarde brandde een flakkerend vuur
dat de bronnen verwarmde. Ze spiegelden
lichten van hemel, zon en maan en sterren,
oh, de gouden aureolen om mijn hoofd

als ik mij vooroverboog. Het beloofde
land verscheen ons daar in de diepte. Verre
klanken vormden onze namen, wiegelden
naar ons toe, van ons weg. Op taalstengels, puur

geluk is het spreken, is het maken één
dans, van doden en van geleefd wordenden, zo
altijd aanwezig. Als ik je kon kussen

zou ik heel worden. Spreek een woord. Intussen
waait het weg, geef je me je liefde cadeau,
smaak ik als Hans F de taal, en jou alleen.

3
De liefste spreekt:
Zo sterk koos het leven voor ons dat het mag.
Geen naam hebben: ik, jij. Maar ik ben bij je.
Toch twijfelde ik. Waartoe? Als ter zijde
bleef de stille mogelijkheid van gezag

dat mij tot orde riep. Jij en ik, bij nacht
in elkaars armen: ook het wegdragen, mijn
lichaam in andermans armen. Ik was vrij,
ik gaf mijn begrenzingen terug. Je lacht

omdat ik mij eindelijk tot jou beken.
De taal is een dans. Elke zin is een roes.
Drink op mijn gezondheid! Zo wals je, liefste,

met mij de aarde rond en rond. Alsjeblieft,
je glas vol passie, zo ken ik je! Μούσα,
dans met mij door de dood. Spiegel wie ik ben.