*bij het werk van Ninette Koning

Breng geel in het landschap als een vuur, waarom
stroomt het licht opwaarts langs de wilgentenen,
in hun trillend traliewerk verschenen
knoppen, openingen, bogen, die klaar om

te verbinden aanzwellen, het stoeit daar om
met zwiepende bundels kracht te verlenen
aan doorgang, doorgaan, zichtlijn van de ene
aarde vol ruisende takken die maar om

beweging zingen met adem uit de grond:
dat opstaan uit de dood in ruimte uitmondt.

*Natuurkunstpark Lelystad 2020

*bij het werk van Linde Gadellaa

Reik me je handen en laten we dansen,
lief, dwars door het park en door nacht en door dag!
We draaien en buigen, neigend met een lach,
kussen van blad tot blad zonlicht en kansen

op aanraking, adem… Wortels verschansen
zich diep in de aarde, beperkt is gedrag…
Nee, dat lijkt zo! Want alles ligt open, mag
worden en groeien, we dragen de kransen

van bloemen, dat zijn we, en ooit gaan we dood.
Maar aarde belooft ons: je slaapt in mijn schoot.

*Natuurkunstpark Lelystad 2020

*bij het werk van Johanna Braeunlich

Als rood op ’t water, kringen van daglicht
met drijfvermogen die met vliesdunne
woorden in ons leven verankerd kunnen
worden, zich zacht bewegen in het uitzicht…

Als stenen die moeiteloos hun evenwicht
tussen waterlelies bewaren kunnen,
met bolronde binnenruimte: de hunne,
klankrijk en vol herinnerde berichten…

Wij zijn gemaakt van leem, het duurt maar even.
Wij tikken zacht tegen elkaar, wij leven.

*Natuurkunstpark Lelystad 2020

*bij het werk van Michel Bongertman

Blauw verschiet de lucht als een vogel vertrekt
uit het licht, moeiteloos tussen de tralies
landt en op de rand van de kom heel precies
de snavel in water doopt, de kop heft, strekt

de weerloze hals en slikt. Langs veren lekt
een druppel, rolt door purperen weerschijn, kiest
een weg naar de aarde. Eksters, kauwtjes, driest,
rukken vergeefs aan de kooi: die overdekt

ons veilig. We vliegen zingend in en uit,
het lied klinkt hoger, het park ruist van geluid.

*Natuurkunstpark Lelystad 2020

*bij het werk van Folkje Nawijn

Geworteld zijn we, zegt men, in de aarde
en in de werkelijkheid van alledag –
of is dat liefde? Dat je teruggeven mag
wat je gekregen hebt, wat je bewaarde

in elke vezel van het leven, waar de
adem de bloedcellen aanraakt, warmte zacht
kloppend licht wordt en uitstroomt. Dat je verwacht
wordt, aangeraakt bent en dat doorgeeft naar de

anderen rondom je, rondom ons, hier, want
we zijn allemaal kinderen, hand in hand.