*voor Yann
Hoe de rivier een lint legt langs je slapen,
bruisend maar grijs je haar omkranst, het zachte
weten: dat God zei ‘kom, liefste, we wachten
thuis op je’, je keek om, naar ons, je adem
aarzelde, kwam terug, beschreef onze namen,
je hart sloot ons in en je liet gedachten
los. Aartsengelen, serafijnen, machten
tilden je door het portal van de slaap en
omringen je. De Troon is zelf een woning
dichtbij verdriet. Wij weten dat niet. Aarde,
aarde, waar is Lilian? Hoe zon en maan
liefde en herinneringen bewaarden,
hoe het water je naam schrijft in de stroming:
Gods licht is een rivier, zien wij in tranen.
…
Uit: ‘IK WEET NIET WELKE WEG JE NEEMT’, bloemlezing, ed. Arie Boomsma, Prometheus 2015, p. 49