VOOR DE BEGRAFENISMIS VAN LILIAN

*voor Yann

Hoe de rivier een lint legt langs je slapen,
bruisend maar grijs je haar omkranst, het zachte
weten: dat God zei ‘kom, liefste, we wachten
thuis op je’, je keek om, naar ons, je adem

aarzelde, kwam terug, beschreef onze namen,
je hart sloot ons in en je liet gedachten
los. Aartsengelen, serafijnen, machten
tilden je door het portal van de slaap en

omringen je. De Troon is zelf een woning
dichtbij verdriet. Wij weten dat niet. Aarde,
aarde, waar is Lilian? Hoe zon en maan

liefde en herinneringen bewaarden,
hoe het water je naam schrijft in de stroming:
Gods licht is een rivier, zien wij in tranen.


Uit: ‘IK WEET NIET WELKE WEG JE NEEMT’, bloemlezing, ed. Arie Boomsma, Prometheus 2015, p. 49